dinsdag 30 december 2008

Op de schouders van ouders - Schuld en verantwoordelijkheid

Nog één stukje over het boek "op de schouders van ouders". Ik heb het geleende boek inmiddels allang teruggegeven.

“Door de verantwoordelijkheid op je te nemen voor de schuld die is ontstaan, kun je de schuld vereffenen.”
Tsja ... is dit zo?
Wat is schuld? Wanneer is iemand schuldig?
Je kunt schuldig zijn en je schuldig voelen.
Je kunt een schuldgevoel hebben over iets waarvoor je niet verantwoordelijk bent en dus ook geen schuld aan hebt.
Schuldgevoelens leiden tot bepaald gedrag.
Schuldgevoelens zijn meestal gerelateerd aan onze loyaliteit. En naast subjectief zijn schuldgevoelens vaak ook gemengd met echte schuld.
Groeneboer onderscheidt in zijn boek 3 invalshoeken voor schuld.
• relationele schuld
• geestelijke schuld
• juridische schuld
Relationele schuld:
In horizontale relaties zoek je balans tussen geven en nemen. De symmetrie in de relatie zit hem in het geven en terug mogen ontvangen. Schuld ontstaat al, wanneer de één geeft: plicht tot teruggeven. Vergelijk het met een bankrekening: je kunt storten en opnemen. Als je meer opneemt dan je stort, dan kom je rood te staan.
In verticale relaties wordt meer gegeven dan ontvangen. De asymmetrie is hier rechtvaardig. Kinderen ontvangen onvoorwaardelijk van hun ouders. Ze geven terug op hun manier, die nooit zo hoeft te zijn, dat de balans hersteld wordt.
Te vroeg (moeten) teruggeven in verticale relaties kan ons enorme schulden/schuldgevoelens geven later.
(lees hier een pleidooi om te waken voor onze kids: laat ze kind zijn, geef hen onvoorwaardelijk, zonder terug te willen ontvangen!! En als het even niet gaat om hen te geven wat ze nodig hebben, ga dan met jezelf aan het werk … zodat zij niet op hun reserves hoeven in te teren!!!)
Centraal in relationele schuld is het oordeel – eigenlijk juist het “niet oordelen!”.
Veroordeling en beschuldiging zijn vaak het gevolg van onmacht en boosheid. Ze blokkeren relaties. Het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid voor de ontstane schuld.
Geestelijke schuld:
In geestelijk opzicht (tussen God en mens) is de schuld niet door mensen zelf in te lossen. Het is de schuld die we hebben ten opzichte van God en elkaar.
We zijn allemaal zondaars, hebben allemaal schuld tegenover God. En op grond van die geestelijke schuld hebben we geen recht om een ander te veroordelen.
De bijbel leert ons dat ieder mens schuldig is, en niemand het recht heeft om te beschuldigen en te veroordelen.
Lees Lukas 6: 37 en 38 er eens op na.
Veroordeling is groot onrecht, het blokkeert mensen, sluit mensen buiten en levert vaak breuken in relaties op.
Eigenlijk moeten we allemaal leren onrecht en verdriet zonder veroordeling te benoemen, zodat er ruimte ontstaat voor rouw en vrijheid om weer op weg te gaan.
Het gaat niet om de mate van schuld. We zijn allemaal even schuldig!
En wat doen we dan met beschuldiging? Soms proberen we onszelf vrij te pleiten, door de ander te beschuldigen. Maar die ander wil ook onder zijn schuld uit, uit angst veroordeeld te worden. Die ander kan erom gaan liegen, ontkennen, niet zomaar toegeven dat hij fout zat. Nog meer schuld?
Veroordeling blokkeert de ander, brengt een last op je eigen schouders, en onrecht suddert voort in de toekomst. Veroordeling blokkeert ook jezelf.
Het is goed onderscheid te maken tussen beoordelen en veroordelen.
Beoordelen is het noemen van het onrecht en het erkennen ervan. Dat schept ruimte!
Veroordelen is de persoon beschuldigen en vastzetten.

Groeneboer maakt de volgende rijtjes:
Schuld -> veroordeling -> ontkenning -> onmacht en frustratie -> onrecht blijft bestaan
Schuld -> genade -> verantwoordelijkheid -> vergeving -> onrecht stopt

Juridische schuld:
Gaat over het gehoorzamen aan de wet en regels van een land.
Juridische schuld is vrij zakelijk te regelen, maar dat zegt nog niks over de verwerking van relationele en geestelijke schuld.

Groeneboer stelt:
Toegeven van schuld geeft ruimte. Als mensen leren om toe te geven dat ze schuldig zijn, geeft dat ruimte in de relatie. Erkennen van schuld is een grote stap om tot verwerking te komen.


Tsja ... het is simpeler in een boek op te schrijven, dan het in de werkelijkheid in praktijk te brengen, vrees ik - als ik zo eens om me heen kijk naar allerlei relaties. Wat is er nog een hoop te leren en te doen!!


een nieuw jaar




Er is bijna weer een jaar voorbij, een nieuw jaar gaat beginnen.
Terugkijken? Of toch vooruit??

Op onze kerstkaart hebben we een gedichtje aangehaald van Toon Hermans.
Ik was me er al lang van bewust dat er meer boven mijn pet (als ik die al had) gaat, dan dat eronder past.
Maar zoekend naar iets voor onze kerstkaart, terugkijkend en vooruit hopend ... kwam ik bij deze woorden uit:

Ik wil geloven in leven en wonder!
Ik wil eigenlijk ook niet meer omkijken ... dat is - voor mij - voorbij! ... dat wil ik voorbij laten zijn!!

Ik zal niet meer vragen waarom!!


Ga ik dan niets meer vragen?? Tuurlijk wel ... aan mezelf blijf ik vragen waarom ik doe wat ik doe, zeg wat ik zeg. Ook aan andere mensen blijf ik (indien nodig) vragen waarom ze doen wat ze doen. En vragend word je wijs ... toch?

Maar ik wil leven in het volle vertrouwen dat God doet wat goed is. En aan Hem wil ik niet meer vragen "waarom?" Op Hem wil ik vertrouwen en in ontzag voor Hem leven!


Ik hoop op een wonderlijk 2009, voor jou en voor mij!

woensdag 17 december 2008

Op de schouders van ouders - anders mogen zijn

ANDERS MOGEN ZIJN
Twee stukjes, letterlijk overgenomen uit het boek ...:

“De Schepper heeft ieder mens uniek geschapen. Het uniek zijn is van grote waarde! We kunnen ons daardoor afbakenen, mogen een eigen identiteit ontwikkelen en kunnen een eigen plaats verwerven op deze aarde. Als de Schepper had gewild, dat wij allemaal hetzelfde zouden zijn, dan had Hij dat zeker in Zijn schepping direct zo geregeld. Dan hadden we allemaal dezelfde neus, dezelfde oren en ogen … Gelukkig heeft Hij dit anders bedacht.” (blz. 69)

“Gods gemeente is een compositie van vele, verschillende mensen, die allemaal hun eigen vorm en hun eigen kleur mogen hebben. Als ze zich voegen in de compositie met behoud van unieke kleur en vorm, kan er een prachtig kunstwerk ontstaan. Als ze zich gaan conformeren aan elkaar en proberen hetzelfde te worden, ontstaat er een lelijke bruine of saaie grijze vlek.
Een mooie stimulans om uniek te zijn, en je eigen kleur en vorm uit te dragen. Maar ook een stimulans om te proberen je te voegen in de compositie, zonder dat het ten koste gaat van jouw unieke plaats.” (blz. 70)

In Romeinen 14: 1-20 probeert Paulus dit ook al uit te leggen … blijkbaar een thema voor alle tijden?
In het boek “Op de schouders van ouders” somt de schrijver Paulus’adviezen in dit verband ook op:
- Aanvaard elkaar
- Geef de zwakke een plaats en probeer begrip voor hen op te brengen
- Beoordeel niet wat zij doen
- Geef elkaar de ruimte om te doen wat je denkt dat goed is
- Veroordeel elkaar niet
- Niemand doet iets voor zichzelf. Doe alles voor God en leg daarvoor zelf verantwoording af
- Minacht elkaar niet om je persoonlijke opvattingen en veroordeel elkaar niet
- Probeer elkaar geen aanstoot of ergernis te geven
- Op zichzelf is niet onrein. Het gaat erom dat je trouw bent aan je eigen opvatting
- Laat er van het goede dat je hebt niet kwaadgesproken kunnen worden
- Laten we centraal stellen de onderlinge vrede en liefde, en de zaken die onze onderlinge opbouw bevorderen.
Een hele waslijst… en het ene punt is sneller te beamen, dan het andere …
Paulus raakt hier wel een zwaar punt, want hoeveel ruimte laten we elkaar?
Aanvaard elkaar! Iedereen?? Ongeacht persoonlijke opvattingen, voorkeuren?
En hoe doe je dat eigenlijk ... die ander ruimte geven??
Paulus heeft het over de vernieuwing van ons denken, en over “sterven aan jezelf”, over het gaan leven in relatie met de Schepper, op Hem gericht … met een “God-gerichte” ziel. Gaan leven zoals God het bedoeld heeft.
Als onze wil en ons verstand op God gericht is (ontzag voor de Heer is wijsheid!) dan zou het wel eens zo kunnen zijn, dat we onszelf worden.
Passend bij wie wij zijn, wil God ons vormen naar Zijn beeld.
Zo verschillend als wij zijn, zo anders, mogen we leven tot Zijn eer.
We hoeven ons niet aan te passen aan de ander, de ander niet aan ons. We hoeven de ander niet te willen zijn. We mogen in verbondenheid met elkaar leven, maar dit hoeft niet in afhankelijkheid van elkaar!
Je mag zoeken naar je eigen plekje, en de ander ook! En je mag anders dan mij zijn, want dat ben je!

dinsdag 2 december 2008

Op de schouders van ouders - Loyaliteiten

- ik heb een dikke maand geleden geroepen, dat ik uit het boekje "op schouders van ouders" wat dingen zou bespreken ... moet ik het wel afmaken natuurlijk! -

Ouders, grootouders, overgrootouders, kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen zijn in verticale loyaliteit met elkaar verbonden. Het zijn de relaties die we niet zelf gekozen hebben, maar waaruit we voortkomen.
Die verticale band wordt aan twee kanten gevoed. De ouders willen hun kinderen gelukkig zien, en kinderen willen dat hun ouders gelukkig zijn. Ouders geven, kinderen ontvangen, maar ook andersom. Beiden investeren in elkaar. Ouders doen dit (hopelijk) bewust, kinderen mogen eigenlijk vooral ontvangen - zeker als ze klein zijn! Geven en ontvangen, ontvangen en geven … en daar dan weer balans in!
Naast verticale loyaliteit bestaat er ook zoiets als zijnsloyaliteit: jezelf zijn. Trouw zijn aan jezelf is iets wat je moet en kunt leren. Het is een soort zoeken naar voorrangsregels … wie eerst? Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn gekoppeld. Grenzen worden verlegd, kind krijgt meer verantwoordelijkheid en wordt steeds meer zichzelf, leeft meer en meer namens zichzelf. Volwassenheid is de vrucht van een autonoom geworden mens, die zich in vrijheid kan verbinden met anderen en zijn grenzen kan afbakenen. En die grenzen heeft een mens nodig, om zichzelf te kunnen en mogen zijn. Als anderen die grenzen niet respecteren, of nog erger als anderen die grenzen met geweld, manipulatie of intimidatie overschrijden, dan wordt onze persoonlijkheid gekwetst en beschadigd. Gevolgen: mensen weten niet meer wie ze zijn, hebben geen eigenwaarde en zelfrespect meer, kunnen niet meer kiezen, lijden vaak aan angsten en onzekerheden. Herstel van grenzen en leren om die persoonlijke grenzen te verdedigen is noodzaak in deze situaties.
En dan is er ook nog zoiets als horizontale loyaliteit. Niet in die lijn geboren, maar een relatie die ergens in je leven ontstaan is. In de horizontale relatie wordt anders omgegaan met geven en ontvangen. Geven geeft in horizontale relaties de plicht om terug te geven. Om te kunnen geven, moet de ander willen ontvangen. Door te willen ontvangen, geef je de ander ruimte te kunnen geven…
Geven en ontvangen … loyaal aan jezelf, geleerd in je verticale relaties …met jouw voorrangsregels …
Logisch dat in dit alles ook loyaliteitsproblemen kunnnen ontstaan.

En dan concludeert de schrijver in het boek: "Passend rekening houden met elkaar leidt tot persoonlijke vrijheid en voldoening in het leven."

Hoe kan ik passend rekening houden met mijzelf en andere mensen?
Hoe kan ik mij bewust worden van mijn patronen?
En hoe kan ik (opnieuw) leren loyaal te zijn?
Hoe doe jij dat eigenlijk? Hoe en waar heb je dit geleerd?

dinsdag 4 november 2008



Vanaf vrijdag 14 november ga ik (eindelijk) weer naar school: postHBO-Speltherapie.
Ik ben erg benieuwd, heb er zin in - nieuwe mensen, nieuwe dingen, nieuwe wegen - en zie uit naar wat komen gaat!
Kinderen (en hun ouders) blijven me mateloos boeien, zeker als het allemaal net even anders gaat dan we hopen of verwachten. Ik vind het een uitdaging, maar niet minder een eer, om een stukje met hen mee te lopen. Of heet dit roeping?


In het kort

Speltherapie is een methode om kinderen individueel of in groepsverband te helpen met sociaal-emotionele en/of ontwikkelingsproblemen en/of gedrags­problemen. Speltherapie is een hulpmiddel om een gestagneerde ontwikkeling weer op gang te brengen. Spel wordt bij speltherapie beschouwd als het communicatie­middel van het kind. Het spel geeft het kind gelegenheid tot ontladen van spanning, tot uiten van gedrag en bijbehorende gevoelens, en tot experimenteren met allerlei vormen van gedrag. De speltherapeut maakt hiervan gebruik om het kind te bereiken op zijn eigen niveau. Zo kan het kind zijn problemen een nieuwe betekenis geven en krijgen deze een plek in zijn leven.” (Bron: NVVS)

woensdag 29 oktober 2008

de voordeur uit, paar straatjes door ...

en dan kun je heerlijk wandelen ...
Als het weer mee wil werken en mijn voeten en mijn hoofd, dan geniet ik van een rondje buiten. Soms met fototoestel in de hand.
De spiegeling in het water boeit me mateloos. Die boom aan de kant is echt dezelfde als die je in het water ziet.
En wie zie ik als ik in de spiegel kijk? Of kijk ik dan maar snel de andere kant op?






maandag 27 oktober 2008

Op de schouders van ouders - gebonden/verbonden

GEBONDEN of VERBONDEN
Je bent in vrijheid verbonden of in onvrijheid gebonden.
Het is goed om verbonden te zijn met je familie, in vrijheid èn met persoonlijke autonomie. Wanneer je niet jezelf kunt en mag zijn en je alleen verbonden kan zijn als je leeft “zoals wij leven”, dan is die verbondenheid gebondenheid geworden en staat het een gezonde persoonlijke groei in de weg.
Elk kind wordt in volledige afhankelijkheid geboren. Zo’n klein mensje is helemaal overgeleverd aan de goede zorgen van de ouders, die stap voor stap ruimte maken voor het zelfstandig worden van hun kind. In de verbondenheid die je met elkaar hebt, is de vrijheid om je los te maken noodzakelijk om een autonome, volwassen persoon te worden. Om te ontdekken wie jezelf bent (puberteit?) is vrijheid nodig, ruimte om “jezelf” af te bakenen.
Recht doen aan je kinderen, ze geven wat ze nodig hebben om op te kunnen groeien … wordt vaak belemmerd door het egocentrisme van onszelf (ouders).
Het is voor kinderen rechtvaardig om ouders te hebben, die sterk genoeg zijn om een gezin te kunnen vormen en een klimaat te creëren, waarin kinderen kunnen en mogen groeien van kwetsbare, afhankelijke kinderen naar volwassen mensen.
Veel mensen stagneren in hun groei naar volwassenheid. Hun groei wordt belemmerd door anderen, die hen de mogelijkheid van het autonoom worden ontnemen. De verbondenheid lijkt een gebondenheid te worden, omdat er niet geleerd is elkaar te respecteren.
Gebondenheid ontstaat als autonomie niet mag bestaan. De ene persoon gaat de ander claimen en respecteert de autonomie niet. De persoon die niet autonoom mag zijn, is vaak niet sterk genoeg om zichzelf af te bakenen en verliest zijn autonomie en persoonlijke vrijheid. Afbakenen zou ook verlies van relatie kunnen betekenen. De angst hiervoor maakt dat er geen grenzen worden aangegeven. Hier is de verbondenheid gebondenheid geworden.

Het klinkt wat theoretisch, maar toch ... zo herkenbaar in allerlei situaties!
Een volgende post over "loyaliteiten"

donderdag 23 oktober 2008

Tijd? Aandacht? Relatie?

Ik wou een paar vragen van iemand beantwoorden over "hoe gaan we om met de kinderen in de gemeente". Die vragen blijven me boeien, en onderstaande "gelijkenissen" heb ik al meerdere keren gebruikt om te illustreren, dat het optrekken met kinderen (en eigenlijk met alle soorten en maten mensen) vooral tijd en aandacht "kost" ... en dat je daarmee investeert in relaties!!
Probeer vooral een meter door je knieën te zakken, en bekijk de wereld eens op die hoogte.
Probeer de taal van de kinderen te begrijpen en te spreken (oa. spel!) Luister naar hun verhaal en sluit jouw verhaal daar op aan!
Zorg dat er wederkerigheid zit in je bezig zijn met kinderen.
Het gaat niet om jou! Het is niet jouw verhaal. Je bent beiden spelers in het grote Verhaal!!

Dus ... voor ieder die kinderen (en ook andere mensen) ontmoet ...


“Ik nam een kinderhand in de mijne. Hij en ik zouden een poosje samen lopen. Ik moest hem bij de Vader brengen. Het was een taak, waardoor ik overmand werd, zo enorm was de verantwoordelijkheid. Ik sprak met het kind alleen over de Vader. Ik schilderde de strengheid in het gezicht van de Vader als het kind Hem boos zou maken.
We liepen onder hoge bomen. Ik zei, dat de Vader de macht had om ze neer te laten storten door blikseminslag. We wandelden in het zonlicht. Ik vertelde hem van de grootheid van de Vader, die de brandende zon gemaakt had.
In de schemering ontmoetten we de Vader. Het kind verborg zich achter mij; hij was bang. Hij wilde niet naar dat liefdevolle gezicht van de Vader kijken. Hij herinnerde zich wat ik hem verteld had. Hij wilde zijn hand niet in die van de Vader leggen. Ik stond tussen het kind en de Vader in. Ik was verbaasd. IK was zo plichtsgetrouw, zo serieus geweest.”


“Ik nam een kinderhand in de mijne. Ik moest hem bij de Vader brengen. Ik voelde me zwaar belast met de hoeveelheid dingen die ik hem moest leren. We zwierven niet rond. We haastten ons van de ene naar de andere plek. Het ene moment vergeleken we de bladeren van de bomen, het volgende bestudeerden we een vogelnest. Terwijl het kind me vragen stelde, trok ik hem mee, een vlinder achterna. Viel hij per ongeluk in slaap, dan maakte ik hem vlug wakker, zodat hij niets zou missen. Ik wou dat hij alles zag. We spraken vaak en vlug over de Vader. Ik overlaadde hem met alle verhalen die hij moest kennen, maar we werden dikwijls onderbroken door het waaien van de wind, dan moesten we het daar weer over hebben; door het opkomen van de sterren, die we moesten bestuderen; door een kabbelend beekje, dat we tot zijn bron moesten volgen.
Toen, in de schemering ontmoetten we de Vader. Het kind keek Hem nauwelijks aan. De Vader stak Zijn hand uit, maar het kind had niet genoeg interesse om hem vast te pakken. Koortsachtige plekken brandden op zijn wangen. Hij viel uitgeput op de grond in slaap.
Opnieuw stond ik tussen het kind en de Vader. Ik was verbaasd. Ik had hem zoveel, zoveel geleerd.”


“Ik nam een kinderhand in de mijne om hem tot de Vader te brengen. Mijn hart was vol dankbaarheid over zo’n groot voorrecht. We liepen langzaam. Ik paste mijn stappen aan bij de korte passen van het kind. We spraken over de dingen die het kind zag. Soms was het een van de vogels van de Vader; we zagen haar een nest bouwen en we zagen hoe er eieren in gelegd werden. Later verwonderden we ons over de zorg die de vogel voor haar jongen had. Soms plukten we de bloemen van de Vader en aaiden over de zachte blaadjes en bewonderden de heldere kleuren.
Vaak vertelden we verhalen over de Vader. Ik vertelde ze aan het kind, en het kind vertelde ze aan mij. Steeds maar weer vertelden we ze aan elkaar. Soms stopten we om leunend tegen de bomen van de Vader uit te rusten, en dan lieten we onze gezichten verkoelen door Zijn lucht … dan spraken we niet.
Toen, in het schemerlicht, ontmoetten we de Vader. De ogen van het kind glansden. Hij keek liefdevol omhoog, vertrouwend, verwachtend, in het gezicht van de Vader. Hij legde zijn hand in die van de Vader. Ik werd vergeten. Ik was tevreden.

© IBB
“Vitaminen – Zeven basisbehoeften voor kinderen”

woensdag 22 oktober 2008

Op de schouders van ouders

Op de schouders van ouders
Geschreven door Hans Groeneboer,
Uitgegeven bij Koinonia Uitgeverij, december 2003


Een tijd geleden kreeg ik dit boek te leen. Eigenlijk naar aanleiding van een gesprek over de invloed die familieverbanden, gezinsverbanden, en niet minder kerkelijke achtergrond ook op je eigen doen en laten (kunnen) hebben. Vaak zijn we ons helemaal niet zo bewust van die invloeden, van patronen daarin, maar toch lijkt er vaak iets onder de oppervlakte te zitten war voor rust of onrust zorgt, voor vrede of strijd … Hoe krijg je daar je vinger op?

De dingen die mij het meest raakten wil ik noemen.

• gebonden of verbonden
• loyaliteiten
• anders mogen zijn
• schuld en verantwoordelijkheid

Dus de komende dagen heb ik weer wat te “bloggen”/ blokken …

maandag 20 oktober 2008

Gebed van Franciscus van Assisi. Of: waarom kom ik dit vandaag tegen?

O HEER, MAAK MIJ EEN WERKTUIG VAN UW VREDE

O Heer, maak mij een werktuig van uw vrede:
zodat ik liefde verspreid waar men elkaar haat,
dat ik vergeef waar men elkaar beledigt,
dat ik verenig waar men strijdt,
dat ik de waarheid spreek waar dwaling heerst,
dat ik het geloof breng waar twijfel terneer drukt,
dat ik hoop wek waar vertwijfeling heerst,
dat ik Uw licht ontsteek waar duisternis is,
dat ik vreugde breng waar leed woont.

O Heer, laat mij er naar streven niet dat ik getroost word,
maar dat ik troost breng,
niet dat ik begrepen word, maar dat ik de ander versta,
niet dat ik geliefd word, maar dat ik liefheb.

Want wie geeft, ontvangt,
wie zich zelf vergeet, die vindt,
wie vergeeft, hem wordt vergeven
en wie sterft, ontwaakt ten eeuwigen leven.
Amen.

FRANCISCUS VAN ASSISI 1182-1226

maandag 22 september 2008

Blok

Koning Asa van Juda ... een koning over wie gezegd wordt dat hij deed wat goed is in de ogen van de Heer. Hij zorgt goed voor het land en het volk, hij doet alle afgoden, offerplaatsen enz. weg (je moet het gewoon even zelf lezen in 2 Kronieken 14-16) ... en dan, na jaren van rust en vrede ...
lezen we in 2 Kronieken 16:

7 In die tijd kwam de ziener Chanani bij koning Asa van Juda en zei tegen hem: ‘Omdat u uw vertrouwen hebt gesteld in de koning van Aram en niet in de HEER, uw God, is het leger van de koning van Aram u ontglipt. 8 Beschikten de Nubiërs en Libiërs niet ook over een enorme overmacht aan strijdwagens en ruiters? Toch heeft de HEER hen aan u uitgeleverd, omdat u in hem uw vertrouwen stelde. 9 De HEER laat immers voortdurend zijn ogen over de aarde rondgaan en biedt iedereen hulp die hem met heel zijn hart is toegedaan. Maar dit keer hebt u verkeerd gehandeld, en daarom zal van nu af oorlog uw deel zijn.’ 10 Asa was zo verontwaardigd over deze woorden dat hij tegen de ziener in razernij ontstak en hem in het blok liet sluiten. Ook beging hij in die tijd wreedheden tegen het volk.

Als ik dit lees, word ik geraakt door het lot van die ziener.
Wat deed hij fout? Hij noemde "het beestje bij zijn naam", hij wees op waar het fout ging, hij wees Asa erop dat God heilig is en een jaloers god. Die ziener deed, wat hij moest doen.
En Asa sluit hem op!
Helpt Asa's reactie voor Asa en het volk? Nou, niet echt ... als je verder leest, ontdek je wat er gebeurt.

Wat ik graag zou willen weten is hoe het de ziener verder is vergaan.
Hoe reageert hij, "in het blok", verstoten en alleen? Hoe pakt hij zijn leven weer op "na het blok"? En welke vrijmoedigheid heeft hij nog over?
Kan God hem nog steeds gebruiken, nog steeds als ziener, of op een andere plek??

Fouten benoemen, waarschuwen voor gang van zaken, vragen stellen, "waarom doe je wat je doet?" Als je deze dingen doet, moet doen soms, kan het zomaar gebeuren dat je in het blok gesloten wordt.
En dan ??

maandag 8 september 2008

Uit Psalm 19



2 De hemel verhaalt van Gods majesteit,
het uitspansel roemt het werk van zijn handen,
3 de dag zegt het voort aan de dag die komt,
de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.

15 Laten de woorden van mijn mond u behagen,
de overpeinzingen van mijn hart u bekoren,
HEER, mijn rots, mijn bevrijder.

Watch the Lamb

Al een hele tijd geleden heb ik een mime-voorstelling gezien.
Ik kan geen versie vinden, die kan tippen aan wat ik toen zag. Daarom dit filmpje, toch ook erg treffend bij hetzelfde lied "Watch the Lamb" van Ray Boltz.





De persoon die dit lied vertolkte in genoemde mimevoorstelling, wisselde steeds zijn personages. Het ene moment was hij de vader, het andere moment de jongetjes of de soldaat ...
Ik merkte, dat het zo'n beroep deed op je inbeeldingsvermogen en dat ik tegelijkertijd besefte, dat eigenlijk alle rollen van toepassing kunnen zijn op mijn eigen leven ...
In de rol van de vader zie ik voor me, hoe ik mijn eigen kinderen en vele andere kinderen heb verteld over Abraham, Mozes en al die anderen, die met God wilden leven. Ik heb hen verteld over het lam, dat geslacht moest worden om de mens weer in het reine te brengen met God. Ik heb hen ook verteld over Jezus, het Lam voor ons geslacht ... En we hebben samen God gedankt en Jezus aanbeden!
In de rol van de jongetjes kan ik me ook verplaatsen ... Je doet zo je best om je opdracht te vervullen, te doen wat je gevraagd wordt, en toch glipt het uit je handen ... Maar ook dan herken ik dat moment te mogen knielen bij het kruis van Jezus, en weten dat Hij het allemaal heeft volbracht. Dat ik het niet hoef te doen, maar dat Hij het al gedaan heeft en door mij heen nog veel meer wil doen!
In de rol van de soldaat ... het volk ... Pilatus ... Ik laat de invulling verder maar even open, en luister gewoon nog vele malen naar dit lied.

zondag 7 september 2008

zonnebloemen

Zonnebloemen draaien
met de zon mee
van vroeg tot laat
met de zon mee
tot hij ondergaat

's nachts
draaien zonnebloemen
langzaamaan
niet vlug
's nachts
draaien zonnebloemen
zachtjes terug


tot de zon komt
met de zon mee
zonnebloemenzee



een gedichtje van Hans en Monique Hagen uit "Jij bent de liefste"

vrijdag 5 september 2008

als je het al hebt over (ver)bouwen ...

Het is alweer even geleden (mei), maar we genieten nog steeds. Ik kwam net de foto's weer tegen, vandaar dat ik ze maar eens op een rijtje zet.

Behang eraf ... alle spullen de kamer uit ...
Vloer egaliseren ... nog een keer ... en nog een keer ...
Spullen er deels terug in ...
Marmoleum op de vloer
Muren spuiten
En ergens tussendoor zijn ook de kozijnen nog geschilderd, binnen en buiten.
Het is een stuk lichter geworden.

Het resultaat doet ons verzuchten dat we nu eindelijk in "ons" huis wonen!
(en wat zijn we blij, met de mensen die van klussen hun vak hebben gemaakt!)






dinsdag 2 september 2008

puinhopen?

Een gebroken wereld
Mensen breken
elkaar
Schepping wordt ruïne

Uit resten fluistert een stem
- een kinderschreeuw
uit puinhoop -
één van de velen.

Zie,
Iemand luistert
en strekt zijn armen in het puin.
Het kind uit het stof getrokken;
een mens.

Stof nog in de ogen,
staand op de bouwval
wassen de tranen zijn gelaat.

Iemand legt zijn hand
op zijn schouder
en leert
langzaam
hem bouwen,
met bouwstenen
gemaakt van puin.


Jaren geleden, om precies te zijn in 1983, schreef Rob dit gedicht ... voor mijn eindscriptie voor de HBO-Jeugdwelzijnswerk. "Bouwstenen maken van puin" - over het begeleiden van het verwerken van problematische thuissituaties.
Mijn hoop voor de kinderen die ik toen tegenkwam en eigenlijk nog steeds tegenkom, vond ik in het vertrouwen dat er altijd een nieuw begin is. Er zijn altijd openingen ... vaak duurt het een poos eer je ze vindt, maar ze zijn er ECHT. Er komt een dag, waarop je weer wilt en kunt bouwen en je het stof afschudt!

En nu? Ruim 25 jaar later?
Nu vind ik het zelf zo moeilijk om te vertrouwen, om weer te bouwen, om op te staan.
Het gaat om heel andere dingen dan problematische thuissituaties, toch? Nee, eigenlijk niet. Het is eigenlijk zo herkenbaar! De puinhopen waar ik nu nog steeds mee zit, zijn de puinhopen van mijn "geestelijke thuis".
Ontkenning, afwijzing, macht, gebruikt worden, persoonsverheerlijking, het doel heiligt de middelen, wat is waarheid?, levensverbetering of levensverandering, luisteren?, vergeven?, openheid ... zomaar wat kernwoorden van een "zeer problematische thuissituatie" ... in een kerk notabene!
En waar blijf ik nu met mijn mooie woorden uit mijn scriptie? Wanneer accepteer ik een nieuw begin? Of durf ik niet meer een nieuw thuis te zoeken, te vinden?
Hoeveel ruimte geef ik Hem om mijn tranen af te wissen?

Eén ding weet ik zeker: ik wil verder, vooruit ... bouwen, zelfs met de brokken die ik in handen heb ... op een andere plaats.
Nu nog de durf!!

vrijdag 27 juni 2008

woorden

Onderstaande woorden leen ik van Henri Nouwen ...
uit "Brood voor Onderweg"
Henri Nouwen - copyright Lannoo -

Woorden zijn altijd bestemd voor andere mensen. Woorden moeten gehoord worden. Als we woorden geven aan wat we beleven moeten er mensen zijn die ernaar luisteren en erop reageren. Bij een spreker hoort een luisteraar. Bij een schrijver hoort een lezer. Als de werkelijkheid, of een belevenis, wordt omgezet in woorden, kan er iets gedeeld worden tussen mensen. Als we zeggen: "Zal ik je eens vertellen wat we gezien hebben? Hoor eens wat we gedaan hebben. Ga maar eens rustig zitten, dan zal ik vertellen wat er gebeurd is. Moet je horen wie we tegengekomen zijn" - dan roepen we mensen bij elkaar en delen we ons leven met anderen. Woorden brengen ons samen en vormen ons tot gemeenschap. Als we woorden vinden voor de werkelijkheid en voor wat we beleven, dan scheppen we gemeenschap.

Ik denk ook aan de veelheid aan woorden die ik de laatste tijd gelezen heb in de Bijbel, begonnen bij Genesis, inmiddels aanbeland bij Kronieken ... In die woorden vind ik het verlangen van God om Zichzelf te delen met mensen, Zichzelf kenbaar te maken, gekend te willen zijn ... door mij, door ons!

Ik blijf zoeken naar woorden ...
Gelukkig heb ik ooit leren praten, lezen, schrijven.

donderdag 26 juni 2008

Geklets?



Loof de HEER!
Ik dank hen die niet aarzelden de strijders aan te voeren.
Reizigers, gezeten op gezadelde ezelinnen,
en ook jullie die te voet moeten gaan,
overstem met je verhalen het geklets bij de bronnen
en laat ieder bij het drenken zingen van de HEER die overwon,
van de overwinning door zijn aanvoerders voor Israël behaald.



Dit is een tekst die me al een tijdje bezighoudt. Hij komt uit de Bijbel, uit het boek Rechters (hoofdstuk 5: 9-11).
Een stukje uit een loflied ... gezongen na een strijd, die de Israëlieten onder aanvoering van Deborah en Balak gewonnen hadden ... met dank aan God, die voor hen uitging! Deze strijd werd gevoerd in een tijd, dat het volk van God afdwaalde, weer terugkwam bij Hem, weer afdwaalde, weer terugkwam ... Een tijd, waarin je de vraag kan stellen, wat het volk nu eigenlijk van God wilde.

Wat mij raakt is het geklets bij de bronnen. Wat schiet je er mee op?
In dit loflied worden allen - LEIDERS en VOETVOLK -, opgeroepen om te zingen van de HEER die overwon. Je aandacht richten op God, je referentiepunt vinden in Hem .. maakt dat je andere verhalen vertelt. Geen geklets!

In hoeverre vertel ik in mijn doen en laten Wie God is? Of overstem ik Zijn werk met geklets?
Daarbij voel ik meteen ook weer de vraag opdringen, om wie of wat het mij werkelijk gaat. Gaat het mij om de aanwezigheid van God in mijn leven of gaat het mij om Zijn zegeningen? Wil ik alleen zijn presentjes of is het genoeg, dat Hij er was, is en altijd zal zijn??

en de klok tikt de tijd weg ...

En voordat ik het weet is er al weer heel wat tijd voorbij gegaan, sinds ik mezelf de vraag stelde of ik wilde blijven bloggen ... en als ...wat dan ...

Nou ja, ik weet inmiddels wel, dat ik genoeg meemaak en zie gebeuren om mezelf daarover met allerlei vragen op te zadelen. Misschien moet ik dus eens proberen om die vragen hier neer te zetten, zodat er misschien anderen eens reageren op al mijn gevraag en gemaal ... Zou zomaar een heleboel helderheid kunnen geven.
Ik ga het gewoon proberen.

Dus ...

donderdag 29 mei 2008

Wel of niet bloggen?


...dat is de vraag!
Als ik wel blog, wil ik wel wat te zeggen hebben. Koetjes en kalfjes, een dagboek voor ieder leesbaar of de dingen waar ik over nadenk??

Wat wil ik wel "wereldkundig" maken, wat niet?
Voor wie schrijf ik eigenlijk op mijn blog?
Wil ik creatieve stukjes schrijven, of reproductief zijn?
Wat wil ik nou eigenlijk hier doen???


Ik ga dat de komende weken toch maar weer eens uitvogelen ... en wie weet is dit dan dus echt het eind van mijn blog ... of een heel nieuw begin!