donderdag 26 juni 2008

Geklets?



Loof de HEER!
Ik dank hen die niet aarzelden de strijders aan te voeren.
Reizigers, gezeten op gezadelde ezelinnen,
en ook jullie die te voet moeten gaan,
overstem met je verhalen het geklets bij de bronnen
en laat ieder bij het drenken zingen van de HEER die overwon,
van de overwinning door zijn aanvoerders voor Israël behaald.



Dit is een tekst die me al een tijdje bezighoudt. Hij komt uit de Bijbel, uit het boek Rechters (hoofdstuk 5: 9-11).
Een stukje uit een loflied ... gezongen na een strijd, die de Israëlieten onder aanvoering van Deborah en Balak gewonnen hadden ... met dank aan God, die voor hen uitging! Deze strijd werd gevoerd in een tijd, dat het volk van God afdwaalde, weer terugkwam bij Hem, weer afdwaalde, weer terugkwam ... Een tijd, waarin je de vraag kan stellen, wat het volk nu eigenlijk van God wilde.

Wat mij raakt is het geklets bij de bronnen. Wat schiet je er mee op?
In dit loflied worden allen - LEIDERS en VOETVOLK -, opgeroepen om te zingen van de HEER die overwon. Je aandacht richten op God, je referentiepunt vinden in Hem .. maakt dat je andere verhalen vertelt. Geen geklets!

In hoeverre vertel ik in mijn doen en laten Wie God is? Of overstem ik Zijn werk met geklets?
Daarbij voel ik meteen ook weer de vraag opdringen, om wie of wat het mij werkelijk gaat. Gaat het mij om de aanwezigheid van God in mijn leven of gaat het mij om Zijn zegeningen? Wil ik alleen zijn presentjes of is het genoeg, dat Hij er was, is en altijd zal zijn??

Geen opmerkingen: