dinsdag 30 december 2008

Op de schouders van ouders - Schuld en verantwoordelijkheid

Nog één stukje over het boek "op de schouders van ouders". Ik heb het geleende boek inmiddels allang teruggegeven.

“Door de verantwoordelijkheid op je te nemen voor de schuld die is ontstaan, kun je de schuld vereffenen.”
Tsja ... is dit zo?
Wat is schuld? Wanneer is iemand schuldig?
Je kunt schuldig zijn en je schuldig voelen.
Je kunt een schuldgevoel hebben over iets waarvoor je niet verantwoordelijk bent en dus ook geen schuld aan hebt.
Schuldgevoelens leiden tot bepaald gedrag.
Schuldgevoelens zijn meestal gerelateerd aan onze loyaliteit. En naast subjectief zijn schuldgevoelens vaak ook gemengd met echte schuld.
Groeneboer onderscheidt in zijn boek 3 invalshoeken voor schuld.
• relationele schuld
• geestelijke schuld
• juridische schuld
Relationele schuld:
In horizontale relaties zoek je balans tussen geven en nemen. De symmetrie in de relatie zit hem in het geven en terug mogen ontvangen. Schuld ontstaat al, wanneer de één geeft: plicht tot teruggeven. Vergelijk het met een bankrekening: je kunt storten en opnemen. Als je meer opneemt dan je stort, dan kom je rood te staan.
In verticale relaties wordt meer gegeven dan ontvangen. De asymmetrie is hier rechtvaardig. Kinderen ontvangen onvoorwaardelijk van hun ouders. Ze geven terug op hun manier, die nooit zo hoeft te zijn, dat de balans hersteld wordt.
Te vroeg (moeten) teruggeven in verticale relaties kan ons enorme schulden/schuldgevoelens geven later.
(lees hier een pleidooi om te waken voor onze kids: laat ze kind zijn, geef hen onvoorwaardelijk, zonder terug te willen ontvangen!! En als het even niet gaat om hen te geven wat ze nodig hebben, ga dan met jezelf aan het werk … zodat zij niet op hun reserves hoeven in te teren!!!)
Centraal in relationele schuld is het oordeel – eigenlijk juist het “niet oordelen!”.
Veroordeling en beschuldiging zijn vaak het gevolg van onmacht en boosheid. Ze blokkeren relaties. Het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid voor de ontstane schuld.
Geestelijke schuld:
In geestelijk opzicht (tussen God en mens) is de schuld niet door mensen zelf in te lossen. Het is de schuld die we hebben ten opzichte van God en elkaar.
We zijn allemaal zondaars, hebben allemaal schuld tegenover God. En op grond van die geestelijke schuld hebben we geen recht om een ander te veroordelen.
De bijbel leert ons dat ieder mens schuldig is, en niemand het recht heeft om te beschuldigen en te veroordelen.
Lees Lukas 6: 37 en 38 er eens op na.
Veroordeling is groot onrecht, het blokkeert mensen, sluit mensen buiten en levert vaak breuken in relaties op.
Eigenlijk moeten we allemaal leren onrecht en verdriet zonder veroordeling te benoemen, zodat er ruimte ontstaat voor rouw en vrijheid om weer op weg te gaan.
Het gaat niet om de mate van schuld. We zijn allemaal even schuldig!
En wat doen we dan met beschuldiging? Soms proberen we onszelf vrij te pleiten, door de ander te beschuldigen. Maar die ander wil ook onder zijn schuld uit, uit angst veroordeeld te worden. Die ander kan erom gaan liegen, ontkennen, niet zomaar toegeven dat hij fout zat. Nog meer schuld?
Veroordeling blokkeert de ander, brengt een last op je eigen schouders, en onrecht suddert voort in de toekomst. Veroordeling blokkeert ook jezelf.
Het is goed onderscheid te maken tussen beoordelen en veroordelen.
Beoordelen is het noemen van het onrecht en het erkennen ervan. Dat schept ruimte!
Veroordelen is de persoon beschuldigen en vastzetten.

Groeneboer maakt de volgende rijtjes:
Schuld -> veroordeling -> ontkenning -> onmacht en frustratie -> onrecht blijft bestaan
Schuld -> genade -> verantwoordelijkheid -> vergeving -> onrecht stopt

Juridische schuld:
Gaat over het gehoorzamen aan de wet en regels van een land.
Juridische schuld is vrij zakelijk te regelen, maar dat zegt nog niks over de verwerking van relationele en geestelijke schuld.

Groeneboer stelt:
Toegeven van schuld geeft ruimte. Als mensen leren om toe te geven dat ze schuldig zijn, geeft dat ruimte in de relatie. Erkennen van schuld is een grote stap om tot verwerking te komen.


Tsja ... het is simpeler in een boek op te schrijven, dan het in de werkelijkheid in praktijk te brengen, vrees ik - als ik zo eens om me heen kijk naar allerlei relaties. Wat is er nog een hoop te leren en te doen!!


een nieuw jaar




Er is bijna weer een jaar voorbij, een nieuw jaar gaat beginnen.
Terugkijken? Of toch vooruit??

Op onze kerstkaart hebben we een gedichtje aangehaald van Toon Hermans.
Ik was me er al lang van bewust dat er meer boven mijn pet (als ik die al had) gaat, dan dat eronder past.
Maar zoekend naar iets voor onze kerstkaart, terugkijkend en vooruit hopend ... kwam ik bij deze woorden uit:

Ik wil geloven in leven en wonder!
Ik wil eigenlijk ook niet meer omkijken ... dat is - voor mij - voorbij! ... dat wil ik voorbij laten zijn!!

Ik zal niet meer vragen waarom!!


Ga ik dan niets meer vragen?? Tuurlijk wel ... aan mezelf blijf ik vragen waarom ik doe wat ik doe, zeg wat ik zeg. Ook aan andere mensen blijf ik (indien nodig) vragen waarom ze doen wat ze doen. En vragend word je wijs ... toch?

Maar ik wil leven in het volle vertrouwen dat God doet wat goed is. En aan Hem wil ik niet meer vragen "waarom?" Op Hem wil ik vertrouwen en in ontzag voor Hem leven!


Ik hoop op een wonderlijk 2009, voor jou en voor mij!

woensdag 17 december 2008

Op de schouders van ouders - anders mogen zijn

ANDERS MOGEN ZIJN
Twee stukjes, letterlijk overgenomen uit het boek ...:

“De Schepper heeft ieder mens uniek geschapen. Het uniek zijn is van grote waarde! We kunnen ons daardoor afbakenen, mogen een eigen identiteit ontwikkelen en kunnen een eigen plaats verwerven op deze aarde. Als de Schepper had gewild, dat wij allemaal hetzelfde zouden zijn, dan had Hij dat zeker in Zijn schepping direct zo geregeld. Dan hadden we allemaal dezelfde neus, dezelfde oren en ogen … Gelukkig heeft Hij dit anders bedacht.” (blz. 69)

“Gods gemeente is een compositie van vele, verschillende mensen, die allemaal hun eigen vorm en hun eigen kleur mogen hebben. Als ze zich voegen in de compositie met behoud van unieke kleur en vorm, kan er een prachtig kunstwerk ontstaan. Als ze zich gaan conformeren aan elkaar en proberen hetzelfde te worden, ontstaat er een lelijke bruine of saaie grijze vlek.
Een mooie stimulans om uniek te zijn, en je eigen kleur en vorm uit te dragen. Maar ook een stimulans om te proberen je te voegen in de compositie, zonder dat het ten koste gaat van jouw unieke plaats.” (blz. 70)

In Romeinen 14: 1-20 probeert Paulus dit ook al uit te leggen … blijkbaar een thema voor alle tijden?
In het boek “Op de schouders van ouders” somt de schrijver Paulus’adviezen in dit verband ook op:
- Aanvaard elkaar
- Geef de zwakke een plaats en probeer begrip voor hen op te brengen
- Beoordeel niet wat zij doen
- Geef elkaar de ruimte om te doen wat je denkt dat goed is
- Veroordeel elkaar niet
- Niemand doet iets voor zichzelf. Doe alles voor God en leg daarvoor zelf verantwoording af
- Minacht elkaar niet om je persoonlijke opvattingen en veroordeel elkaar niet
- Probeer elkaar geen aanstoot of ergernis te geven
- Op zichzelf is niet onrein. Het gaat erom dat je trouw bent aan je eigen opvatting
- Laat er van het goede dat je hebt niet kwaadgesproken kunnen worden
- Laten we centraal stellen de onderlinge vrede en liefde, en de zaken die onze onderlinge opbouw bevorderen.
Een hele waslijst… en het ene punt is sneller te beamen, dan het andere …
Paulus raakt hier wel een zwaar punt, want hoeveel ruimte laten we elkaar?
Aanvaard elkaar! Iedereen?? Ongeacht persoonlijke opvattingen, voorkeuren?
En hoe doe je dat eigenlijk ... die ander ruimte geven??
Paulus heeft het over de vernieuwing van ons denken, en over “sterven aan jezelf”, over het gaan leven in relatie met de Schepper, op Hem gericht … met een “God-gerichte” ziel. Gaan leven zoals God het bedoeld heeft.
Als onze wil en ons verstand op God gericht is (ontzag voor de Heer is wijsheid!) dan zou het wel eens zo kunnen zijn, dat we onszelf worden.
Passend bij wie wij zijn, wil God ons vormen naar Zijn beeld.
Zo verschillend als wij zijn, zo anders, mogen we leven tot Zijn eer.
We hoeven ons niet aan te passen aan de ander, de ander niet aan ons. We hoeven de ander niet te willen zijn. We mogen in verbondenheid met elkaar leven, maar dit hoeft niet in afhankelijkheid van elkaar!
Je mag zoeken naar je eigen plekje, en de ander ook! En je mag anders dan mij zijn, want dat ben je!

dinsdag 2 december 2008

Op de schouders van ouders - Loyaliteiten

- ik heb een dikke maand geleden geroepen, dat ik uit het boekje "op schouders van ouders" wat dingen zou bespreken ... moet ik het wel afmaken natuurlijk! -

Ouders, grootouders, overgrootouders, kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen zijn in verticale loyaliteit met elkaar verbonden. Het zijn de relaties die we niet zelf gekozen hebben, maar waaruit we voortkomen.
Die verticale band wordt aan twee kanten gevoed. De ouders willen hun kinderen gelukkig zien, en kinderen willen dat hun ouders gelukkig zijn. Ouders geven, kinderen ontvangen, maar ook andersom. Beiden investeren in elkaar. Ouders doen dit (hopelijk) bewust, kinderen mogen eigenlijk vooral ontvangen - zeker als ze klein zijn! Geven en ontvangen, ontvangen en geven … en daar dan weer balans in!
Naast verticale loyaliteit bestaat er ook zoiets als zijnsloyaliteit: jezelf zijn. Trouw zijn aan jezelf is iets wat je moet en kunt leren. Het is een soort zoeken naar voorrangsregels … wie eerst? Vrijheid en verantwoordelijkheid zijn gekoppeld. Grenzen worden verlegd, kind krijgt meer verantwoordelijkheid en wordt steeds meer zichzelf, leeft meer en meer namens zichzelf. Volwassenheid is de vrucht van een autonoom geworden mens, die zich in vrijheid kan verbinden met anderen en zijn grenzen kan afbakenen. En die grenzen heeft een mens nodig, om zichzelf te kunnen en mogen zijn. Als anderen die grenzen niet respecteren, of nog erger als anderen die grenzen met geweld, manipulatie of intimidatie overschrijden, dan wordt onze persoonlijkheid gekwetst en beschadigd. Gevolgen: mensen weten niet meer wie ze zijn, hebben geen eigenwaarde en zelfrespect meer, kunnen niet meer kiezen, lijden vaak aan angsten en onzekerheden. Herstel van grenzen en leren om die persoonlijke grenzen te verdedigen is noodzaak in deze situaties.
En dan is er ook nog zoiets als horizontale loyaliteit. Niet in die lijn geboren, maar een relatie die ergens in je leven ontstaan is. In de horizontale relatie wordt anders omgegaan met geven en ontvangen. Geven geeft in horizontale relaties de plicht om terug te geven. Om te kunnen geven, moet de ander willen ontvangen. Door te willen ontvangen, geef je de ander ruimte te kunnen geven…
Geven en ontvangen … loyaal aan jezelf, geleerd in je verticale relaties …met jouw voorrangsregels …
Logisch dat in dit alles ook loyaliteitsproblemen kunnnen ontstaan.

En dan concludeert de schrijver in het boek: "Passend rekening houden met elkaar leidt tot persoonlijke vrijheid en voldoening in het leven."

Hoe kan ik passend rekening houden met mijzelf en andere mensen?
Hoe kan ik mij bewust worden van mijn patronen?
En hoe kan ik (opnieuw) leren loyaal te zijn?
Hoe doe jij dat eigenlijk? Hoe en waar heb je dit geleerd?