woensdag 29 oktober 2008

de voordeur uit, paar straatjes door ...

en dan kun je heerlijk wandelen ...
Als het weer mee wil werken en mijn voeten en mijn hoofd, dan geniet ik van een rondje buiten. Soms met fototoestel in de hand.
De spiegeling in het water boeit me mateloos. Die boom aan de kant is echt dezelfde als die je in het water ziet.
En wie zie ik als ik in de spiegel kijk? Of kijk ik dan maar snel de andere kant op?






maandag 27 oktober 2008

Op de schouders van ouders - gebonden/verbonden

GEBONDEN of VERBONDEN
Je bent in vrijheid verbonden of in onvrijheid gebonden.
Het is goed om verbonden te zijn met je familie, in vrijheid èn met persoonlijke autonomie. Wanneer je niet jezelf kunt en mag zijn en je alleen verbonden kan zijn als je leeft “zoals wij leven”, dan is die verbondenheid gebondenheid geworden en staat het een gezonde persoonlijke groei in de weg.
Elk kind wordt in volledige afhankelijkheid geboren. Zo’n klein mensje is helemaal overgeleverd aan de goede zorgen van de ouders, die stap voor stap ruimte maken voor het zelfstandig worden van hun kind. In de verbondenheid die je met elkaar hebt, is de vrijheid om je los te maken noodzakelijk om een autonome, volwassen persoon te worden. Om te ontdekken wie jezelf bent (puberteit?) is vrijheid nodig, ruimte om “jezelf” af te bakenen.
Recht doen aan je kinderen, ze geven wat ze nodig hebben om op te kunnen groeien … wordt vaak belemmerd door het egocentrisme van onszelf (ouders).
Het is voor kinderen rechtvaardig om ouders te hebben, die sterk genoeg zijn om een gezin te kunnen vormen en een klimaat te creëren, waarin kinderen kunnen en mogen groeien van kwetsbare, afhankelijke kinderen naar volwassen mensen.
Veel mensen stagneren in hun groei naar volwassenheid. Hun groei wordt belemmerd door anderen, die hen de mogelijkheid van het autonoom worden ontnemen. De verbondenheid lijkt een gebondenheid te worden, omdat er niet geleerd is elkaar te respecteren.
Gebondenheid ontstaat als autonomie niet mag bestaan. De ene persoon gaat de ander claimen en respecteert de autonomie niet. De persoon die niet autonoom mag zijn, is vaak niet sterk genoeg om zichzelf af te bakenen en verliest zijn autonomie en persoonlijke vrijheid. Afbakenen zou ook verlies van relatie kunnen betekenen. De angst hiervoor maakt dat er geen grenzen worden aangegeven. Hier is de verbondenheid gebondenheid geworden.

Het klinkt wat theoretisch, maar toch ... zo herkenbaar in allerlei situaties!
Een volgende post over "loyaliteiten"

donderdag 23 oktober 2008

Tijd? Aandacht? Relatie?

Ik wou een paar vragen van iemand beantwoorden over "hoe gaan we om met de kinderen in de gemeente". Die vragen blijven me boeien, en onderstaande "gelijkenissen" heb ik al meerdere keren gebruikt om te illustreren, dat het optrekken met kinderen (en eigenlijk met alle soorten en maten mensen) vooral tijd en aandacht "kost" ... en dat je daarmee investeert in relaties!!
Probeer vooral een meter door je knieën te zakken, en bekijk de wereld eens op die hoogte.
Probeer de taal van de kinderen te begrijpen en te spreken (oa. spel!) Luister naar hun verhaal en sluit jouw verhaal daar op aan!
Zorg dat er wederkerigheid zit in je bezig zijn met kinderen.
Het gaat niet om jou! Het is niet jouw verhaal. Je bent beiden spelers in het grote Verhaal!!

Dus ... voor ieder die kinderen (en ook andere mensen) ontmoet ...


“Ik nam een kinderhand in de mijne. Hij en ik zouden een poosje samen lopen. Ik moest hem bij de Vader brengen. Het was een taak, waardoor ik overmand werd, zo enorm was de verantwoordelijkheid. Ik sprak met het kind alleen over de Vader. Ik schilderde de strengheid in het gezicht van de Vader als het kind Hem boos zou maken.
We liepen onder hoge bomen. Ik zei, dat de Vader de macht had om ze neer te laten storten door blikseminslag. We wandelden in het zonlicht. Ik vertelde hem van de grootheid van de Vader, die de brandende zon gemaakt had.
In de schemering ontmoetten we de Vader. Het kind verborg zich achter mij; hij was bang. Hij wilde niet naar dat liefdevolle gezicht van de Vader kijken. Hij herinnerde zich wat ik hem verteld had. Hij wilde zijn hand niet in die van de Vader leggen. Ik stond tussen het kind en de Vader in. Ik was verbaasd. IK was zo plichtsgetrouw, zo serieus geweest.”


“Ik nam een kinderhand in de mijne. Ik moest hem bij de Vader brengen. Ik voelde me zwaar belast met de hoeveelheid dingen die ik hem moest leren. We zwierven niet rond. We haastten ons van de ene naar de andere plek. Het ene moment vergeleken we de bladeren van de bomen, het volgende bestudeerden we een vogelnest. Terwijl het kind me vragen stelde, trok ik hem mee, een vlinder achterna. Viel hij per ongeluk in slaap, dan maakte ik hem vlug wakker, zodat hij niets zou missen. Ik wou dat hij alles zag. We spraken vaak en vlug over de Vader. Ik overlaadde hem met alle verhalen die hij moest kennen, maar we werden dikwijls onderbroken door het waaien van de wind, dan moesten we het daar weer over hebben; door het opkomen van de sterren, die we moesten bestuderen; door een kabbelend beekje, dat we tot zijn bron moesten volgen.
Toen, in de schemering ontmoetten we de Vader. Het kind keek Hem nauwelijks aan. De Vader stak Zijn hand uit, maar het kind had niet genoeg interesse om hem vast te pakken. Koortsachtige plekken brandden op zijn wangen. Hij viel uitgeput op de grond in slaap.
Opnieuw stond ik tussen het kind en de Vader. Ik was verbaasd. Ik had hem zoveel, zoveel geleerd.”


“Ik nam een kinderhand in de mijne om hem tot de Vader te brengen. Mijn hart was vol dankbaarheid over zo’n groot voorrecht. We liepen langzaam. Ik paste mijn stappen aan bij de korte passen van het kind. We spraken over de dingen die het kind zag. Soms was het een van de vogels van de Vader; we zagen haar een nest bouwen en we zagen hoe er eieren in gelegd werden. Later verwonderden we ons over de zorg die de vogel voor haar jongen had. Soms plukten we de bloemen van de Vader en aaiden over de zachte blaadjes en bewonderden de heldere kleuren.
Vaak vertelden we verhalen over de Vader. Ik vertelde ze aan het kind, en het kind vertelde ze aan mij. Steeds maar weer vertelden we ze aan elkaar. Soms stopten we om leunend tegen de bomen van de Vader uit te rusten, en dan lieten we onze gezichten verkoelen door Zijn lucht … dan spraken we niet.
Toen, in het schemerlicht, ontmoetten we de Vader. De ogen van het kind glansden. Hij keek liefdevol omhoog, vertrouwend, verwachtend, in het gezicht van de Vader. Hij legde zijn hand in die van de Vader. Ik werd vergeten. Ik was tevreden.

© IBB
“Vitaminen – Zeven basisbehoeften voor kinderen”

woensdag 22 oktober 2008

Op de schouders van ouders

Op de schouders van ouders
Geschreven door Hans Groeneboer,
Uitgegeven bij Koinonia Uitgeverij, december 2003


Een tijd geleden kreeg ik dit boek te leen. Eigenlijk naar aanleiding van een gesprek over de invloed die familieverbanden, gezinsverbanden, en niet minder kerkelijke achtergrond ook op je eigen doen en laten (kunnen) hebben. Vaak zijn we ons helemaal niet zo bewust van die invloeden, van patronen daarin, maar toch lijkt er vaak iets onder de oppervlakte te zitten war voor rust of onrust zorgt, voor vrede of strijd … Hoe krijg je daar je vinger op?

De dingen die mij het meest raakten wil ik noemen.

• gebonden of verbonden
• loyaliteiten
• anders mogen zijn
• schuld en verantwoordelijkheid

Dus de komende dagen heb ik weer wat te “bloggen”/ blokken …

maandag 20 oktober 2008

Gebed van Franciscus van Assisi. Of: waarom kom ik dit vandaag tegen?

O HEER, MAAK MIJ EEN WERKTUIG VAN UW VREDE

O Heer, maak mij een werktuig van uw vrede:
zodat ik liefde verspreid waar men elkaar haat,
dat ik vergeef waar men elkaar beledigt,
dat ik verenig waar men strijdt,
dat ik de waarheid spreek waar dwaling heerst,
dat ik het geloof breng waar twijfel terneer drukt,
dat ik hoop wek waar vertwijfeling heerst,
dat ik Uw licht ontsteek waar duisternis is,
dat ik vreugde breng waar leed woont.

O Heer, laat mij er naar streven niet dat ik getroost word,
maar dat ik troost breng,
niet dat ik begrepen word, maar dat ik de ander versta,
niet dat ik geliefd word, maar dat ik liefheb.

Want wie geeft, ontvangt,
wie zich zelf vergeet, die vindt,
wie vergeeft, hem wordt vergeven
en wie sterft, ontwaakt ten eeuwigen leven.
Amen.

FRANCISCUS VAN ASSISI 1182-1226